Lesidee 2: Reuze- emoties Gitte Vernelen
Leeftijd: Leerlingen van het 4e leerjaar
Duur: 50 min.
Domein: Drama
Aan: rol/personage
Met: kranten en strips
Rond: het dagelijks leven
Leerplandoelen:
- DRA 02.06: De leerlingen kunnen samen een eenvoudig dramatisch spel opbouwen.
- DRA 02.01: De leerlingen kunnen taal gebruiken om de beweging of het dramatisch spel te ondersteunen.
- DRA 03.04: De leerlingen kunnen eigen gevoelens en impressies uiten over het eigen spel, het spel van anderen en voor hen bestemde voorstellingen.
- DRA 01.11: De leerlingen kunnen de expressiemogelijkheden van het eigen lichaam hanteren in functie van de te spelen rol.
Lesdoelen:
- De leerlingen kunnen verschillende emoties bedenken, herkennen en zelf uitbeelden.
- De leerlingen kunnen emoties uitvergroten door heel expressief te handelen. Dit doen ze met zowel hun lichaam als hun gezicht.
- De leerlingen kunnen zelf een gebeurtenis bedenken, waaruit één gevoel duidelijk wordt.
Lesactiviteiten:
Fase 1: Inleiding: Vele emoties! (10 min.)
De lk. vraagt de lln. achteraan in de klas in een kring te gaan zitten. Ze begint te vertellen (‘Vandaag gaan we…’) maar halverwege haar uitleg begint ze heel fel te huilen en duikt ze met haar gezicht in een kussen. Als de lln. hierop reageren, reageert zij op haar beurt heel vrolijk. Aan de hand van andere reacties, reageert de lk. ook boos en verlegen.
Na dit korte gesprekje, vraagt de lk. of ze weten wat de ze nu juist deed, waarom en hoe we dat nu kunnen noemen. De lln. zullen de emoties van de lk. herkennen en benoemen.
De lk. vraagt de lln. tot slot of zij nog emoties kennen en kunnen opnoemen. De lk. schrijft de ideeën van de lln. op een A3-blad om later vooraan in de klas op te hangen.
Fase 2: Kern: Emoties verkennen en uiten (25 min.)
a) Grote koppen:
De lk. deelt iedereen verschillende artikels uit. Het zijn artikels die de lk. willekeurig uit de krant heeft geknipt. De lk. vraagt de lln. dan om de artikels even te lezen en er één artikel uit te kiezen waarvan ze de kop/titel het leukste vinden of waarvan de kop hen het meeste aanspreekt.
Ze vraagt alle lln. dan een emotie te kiezen (gezien in de inleiding maar mag zeker ook een nieuwe emotie zijn!).
De bedoeling is dat de lln. hun kop lezen op een manier waarbij hun gevoel duidelijk wordt. Ze gebruiken hiervoor hun mimiek, expressie en gebaren.
De lk. vraagt de lln. wie er graag wil beginnen en zo gaan we de kring rond. De andere lln. raden dan over welke emotie het gaat.
b) Stripverhaal:
De lk. vraagt de lln. nu per twee te gaan staan en een plaatsje te zoeken in de klas. Ze vertelt dat we nu ons eigen stripverhaaltje gaan maken maar niet op papier. We gaan het uitbeelden en voordoen!
De lln. moeten nu 3 plaatjes bedenken, waarin er iets gebeurt. Op het laatste plaatje moet het duidelijk zijn wat er is gebeurd en welke emotie er bij de gebeurtenis hoort. De lln. kiezen dus zelf een emotie (aan de hand van de emoties die zijn besproken tijdens de instap van de les of door eigen fantasie te gebruiken).
De lk. legt uit dat elk plaatje dus anders is en dat ze niet bewegen in de plaatjes: het wordt tenslotte een stripverhaal en dat beweegt ook niet. Ze nemen een houding aan en een expressie op hun gezicht waaruit duidelijk wordt wat er gebeurt en welke emotie erbij hoort.
De lln. krijgen hiervoor even oefentijd.
Fase 3: Verwerking: Een eigen stripverhaal (15 min.)
De lk. vraagt de lln. nu achteraan in de klas te gaan zitten waar er drie grote kaders naast elkaar klaar hangen.
De lk. vraagt de lln. nu per twee om hun ‘stripverhaaltje’ uit te beelden en bij elk plaatje achter een ander kader te gaan staan.
Wanneer een duo aan de beurt is geweest, vraagt de lk. wat er zou gebeurt zijn aan de rest van de klas, welk gevoel er naar voor kwam en waarom ze dat denken. Het betrokken duo geeft dan aan of ze gelijk hadden of niet. Na elk ‘stripverhaaltje’ wordt er luid geapplaudisseerd!