Wat is Pop-art?
Pop-art is een kunststroming die zich vooral in Amerika en Engeland sterk heeft ontwikkeld.
Pop-art wordt ook wel neo-dada genoemd omdat kunstenaars net als de dadaïsten gebruik maken van voorwerpen uit de alledaagse werkelijkheid. Richard Hamilton is een van de eerste kunstenaars die gebruik maakt van beelden uit de moderne consumptiemaatschappij. Hij staat dan ook wel bekend als de ‘uitvinder’ van de pop-art in Europa. In 1956 maakte hij de collage ‘Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing?’' Deze collage vestigt de aandacht op de cultuur van de moderne consumptie- maatschappij: een leefcultuur waarin het onbezorgde genieten en gemak centraal staan. Het vestigt de aandacht op consumptiegoederen, pin-ups, films en pop-art zelf. De collage is niet bedoeld als kritiek op de consumptiemaatschappij. Hamilton maakt bewust gebruik van beelden uit het dagelijks leven om zo tot een kunstvorm te komen die voor iedereen herkenbaar en begrijpbaar is. Het woord ‘pop’ betekent zowel ‘knal’ als ‘populair'. Meerdere kunstenaars gingen beelden uit de moderne consumptiemaatschappij gebruiken. Zij gebruikten bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen, stripverhalen, reclame, beroemde personen, geld, techniek en vlaggen. Het gebruik van herkenbare beelden uit de dagelijkse werkelijkheid zorgde ervoor dat pop-art goed aansloot bij de belevingswereld van de ‘gewone’ mens. Pop-art vereiste geen kennis vooraf, het was toegankelijk, direct en leuk. Of zoals Andy Warhol het uitlegt: ‘de popkunstenaars creëerden beelden die iedere passant op Broadway in een fractie van een seconde kon herkennen – strips, picknicktafels, herenpantalons, beroemdheden, douchegordijnen, koelkasten, colaflesjes – al die geweldige, moderne zaken die de abstracte expressionisten zo hardnekkig probeerden te negeren’. Je kunt pop-art herkennen aan het kleurgebruik. Deze is fel en contrastrijk en zijn in decoratieve, egale vlakken aangebracht. De vormen zijn scherp afgebakend en geaccentueerd met contourlijnen. De composities zijn overzichtelijk. In pop-art wordt naast de bekende schilder- en tekenmaterialen gebruik gemaakt van moderne technieken en materialen, bijvoorbeeld airbrush of zeefdruk. De vormgeving en onderwerpkeuze zijn meestal zo onpersoonlijk en afstandelijk mogelijk. Hierdoor is het niet duidelijk of de kunstenaar kritisch of juist positief tegenover de consumptiemaatschappij staat. |
Andy Warhol is een van de bekendste pop-art kunstenaars. Hij maakte veel gebruik van zeefdruks, zoals bij zijn kunstwerk ‘Turqoise Marilyn’ uit 1962. Een andere beroemde kunstenaar is Roy Lichtenstein.
Lichtenstein is vooral bekend om de beelden die hij gebruikt uit stripverhalen. Andere pop-art artiesten zijn Tom Wesselmann, James Rosenquist, Robert Rauschenberg, David Hockney, Allen Jones en Claes Oldenburg. Binnen de Amerikaanse pop-art worden twee richtingen onderscheiden: harde en zachte pop. Binnen de harde pop neemt het commerciële een belangrijke plaats in. De kunstenaar heeft bovendien geen emotionele binding met het onderwerp. Je kunt harde pop herkennen aan de harde, glamourachtige kleuren en vervreemdingseffecten (bijvoorbeeld vergrotingen of materiaalvervreemding). In de zachte pop wordt wel kritiek en emotie in de kunstwerken gelegd. In Engeland heeft de pop-art geen directe relatie met de reclamewereld en commercie, maar komt het voort uit de culturele veranderingen na de Tweede Wereldoorlog. In de Engelse pop-art worden veelal diverse soorten kunststoffen als ondergrond voor schilderijen gebruikt. Ook maken zij gebruik van synthetische verfstoffen en lakken. Kenmerken pop-art: - Beelden uit de consumptiemaatschappij - Fel en contrastrijk kleurgebruik - Combine paintings - Blow-up - Onpersoonlijk en afstandelijk |